Spc, functie

       

Wordt gebruikt met de instructie Print # of de methode Print om de plaats van de uitvoer te bepalen.

Syntaxis

Spc(n)

Het vereiste argument n geeft het aantal spaties aan dat wordt ingevoegd voordat de volgende expressie van een lijst wordt weergegeven of afgedrukt.

Notities

Als n is kleiner is dan de breedte van de uitvoerregel, wordt het volgende element direct na de opgegeven hoeveelheid spaties afgedrukt. Als n groter is dan de breedte van de uitvoerregel, rekent Spc met de volgende formule uit wat de afdrukpositie voor het volgende element is:

huidigeafdrukpositie + (n Mod breedte)

Wanneer de huidige afdrukpositie bijvoorbeeld 24 is, de breedte van de uitvoerregel 80 en u Spc(90) opgeeft, wordt het volgende element afgedrukt vanaf positie 34 (huidige afdrukpositie + het restant van 90-80). Wanneer het verschil tussen de huidige afdrukpositie en de breedte van de uitvoerregel kleiner is dan n (of n Mod breedte), verspringt de functie Spc naar het begin van de volgende regel en wordt een aantal spaties geplaatst dat gelijk is aan n û (breedte û huidigeafdrukpositie).

Opmerking Zorg dat de kolommen in uw tabellen ook breed genoeg zijn voor brede letters.

Wanneer u afdrukt volgens de methode Print en daarbij een proportioneel lettertype gebruikt, is de breedte van de spaties die u afdrukt met de functie Spc het gemiddelde van de breedte van alle tekens met de puntgrootte van het gekozen lettertype. Er bestaat echter geen correlatie tussen het aantal afgedrukte tekens en het aantal kolommen met vaste lengte dat in beslag wordt genomen door deze tekens. De hoofdletter W neemt bijvoorbeeld meer dan ΘΘn kolom met vaste lengte in beslag en de kleine letter i minder dan ΘΘn kolom.